Spelletjes vinden kinderen het leukst om te doen online (en daarbuiten). In mijn naschoolse activiteit-lessen ‘Games en websites maken’ merk ik dat vooral de jonge leerlingen het liefst eigenlijk de hele middag willen gamen. Maar dat gaan we niet doen natuurlijk. Wij gaan zelf bepalen hoe de game in elkaar zit.
Daar heb je allemaal leuke programma’s voor zoals Game Studio van het Klokhuis en Scratch.
Het eerste is een kant-en-klaar game-maak programma waar je alleen kunt kiezen uit kleur, achtergrond, obstakels, enzovoorts. Scratch is dus inderdaad ‘from scratch’: het kind leert op een speelse manier programmeren en bouwt zo helemaal zelf zijn of haar game.
Sommige kinderen vinden het eerste leuker (snel resultaat, ziet er meteen mooi uit), sommige het ander (alles helemaal zelf bepalen).
Mediawijsheidcompetenties
Zo worden computervaardigheden en creativiteit gestimuleerd (mediawijsheidcompetenties gebruik van software, zelf content creëren). Maar ook leren de leerlingen nadenken over de kenmerken van een game (competentie: begrijpen hoe media gemaakt worden). Wat moet er gebeuren in een spel wil ‘ie leuk zijn? En wat maakt dat je er steeds mee door wil gaan? En hoe kun je dat dan zelf erin stoppen? Vragen waar volwassenen zich ook intensief mee bezig kunnen houden.
Waarom?
Het gaat er niet om dat elk kind dit moet leren zodat ‘ie later een gamedesigner kan worden. Of nog erger: een gamer. Het doel is juist ze meer grip te laten krijgen op games en gaming (en alles wat ze verder tegenkomen op internet). Dat haalt de magie misschien een beetje weg, maar zo kunnen ze daarin wel bewustere keuzes maken.
Lees ook:
Pingback:Grip op games door ze zelf te maken | MediaWijs...