Gisteren ben ik uren achter de laptop bezig geweest om mijn vakantie naar Griekenland alvast voor te bereiden.
Als je geen kant-en-klare reis wilt, wel een beetje normale prijzen en wat verschillende dingen wilt doen ben je daar wel even mee bezig. Maar ik vond het vooral heerlijk me onder te dompelen in die virtuele wereld van hagelwitte huisjes met knalblauwe kozijnen, inktvissen aan de waslijn, kleine oude vrouwtjes in het zwart in smalle straatjes, zon en zee, terrasjes met café frappé, de verlichte Acropolis en noemt u maar op.
Dat ondergedompeld zijn in een andere wereld is geweldig. Maar voor andere dingen heb je dan weinig oog. Dat hoeft ook niet altijd, tenzij het asociaal, onverantwoord en ongezond gaat worden natuurlijk. Dan moet er worden ingegrepen.
Hoe lang?
Ouders vragen mij geregeld hoe lang hun kind op internet mag. Ik verwijs ze dan naar Mediaopvoeding, waar een richtlijn voor het aantal uur beeldschermtijd per leeftijd staat.
Sommige ouders worden daar weer onzeker van, omdat hun kind inmiddels al veel langer achter de laptop zit. En als ze op school ook nog computeren en/of ze een smartphone hebben wordt het helemaal lastig te controleren.
Waarom?
Bij het stellen van internet-grenzen is het als ouder handig als je weet waarom je die stelt. Je kind zal zich er dan ook eerder aan houden, omdat ‘ie het begrijpt. Idealiter zou dat van kleuter af aan al moeten gebeuren. Als een kind tot de puberteit vogelvrij is geweest op het web, in wat hij daar doet en hoe lang, wordt het heel lastig daar dan nog paal en perk aan te stellen.
Eigenlijk draait het allemaal om de vraag:
Gaat het ten koste van iets anders? En: is dat erg?
Om het nog helderder te krijgen zou de ouder zich de volgende vragen kunnen stellen:
- Is het asociaal? Vind ik het ten koste gaan van de gezelligheid in huis, de omgang IRL met vriendjes en familie, de zorg voor huisdieren?
- Is het onverantwoord? Gaat het ten koste van schoolprestaties? De veiligheid (Facebooken op de fiets)? Andere vaardigheden die belangrijk zijn?
- Is het ongezond? Beweegt hij nauwelijks meer? Krijgt ‘ie nauwelijks vitamine D? Gebruikt je kind z’n hersens niet meer op verschillende manieren? Gaat het ten koste van andere lichamelijke behoeften? Zoals eten, op tijd naar de w.c. gaan, zintuiglijke ontwikkeling? Krijgt hij een muisarm of onderkin?
Zoja, dan wordt het tijd om in te grijpen. Je kind zal daar niet altijd leuk op reageren. Het is vervelend om uit je onderdompeling gehaald te worden. Zoals sommigen van ons vroeger van hun boekplaneet werden gerukt omdat er van moeders weer zo nodig gegeten moest worden. Wat een brute verstoring!
Maar het moest. Anders hadden we hier nu misschien niet gezeten. Urenlang achter de computer.
Pingback:Internetopvoeding: grenzen stellen | MediaWijs met Muriel Warners 2MW | Mediawijsheid volgens de mediacoach | Scoop.it