Afgelopen najaar heb ik een leuke MOOC gevolgd over online privacy. Over een maand ga ik er weer eentje doen, maar dan over gamification.
Online leren
Online leren vind ik, mits de cursus natuurlijk goed en afwisselend in elkaar zit, geweldig handig. Je hoeft niet meer bij nacht en ontij (bijvoorbeeld op zaterdagochtend om half 9) omslachtig ergens heen met trein en bus en dergelijke.
En je bepaalt zelf je lestempo. Feedback en interactie van/met andere deelnemers kan ook online worden gefaciliteerd.
Onderwijs aan kinderen gaat ook steeds meer die kant op. Met online lesprogramma’s zoals Scula, LOI Kidz, Rekentuin en het Flipping the classroom-model. Niet meer met zweetoksels voor een klas van 30 drukke kinderen, maar ze alles via internet uitleggen. En daarmee gaan ze dan lekker thuis aan de slag.
Online shoppen vind ik ook erg fijn. En online communiceren. Filmpjes kijken. En online werken natuurlijk. En wat eigenlijk niet.
En er zijn velen zoals ik, zeker in Nederland qua bekabeling en klimaat.
Uitgestorven straten
Behalve voor een ommetje of hardlopen kom ik mijn huis dan ook nauwelijks meer uit eigenlijk. Is gewoon niet nodig. Winkels zijn er vaak toch al niet meer.
Met Oud&Nieuw waren wij met ons feestje de enigen die naar buiten gingen. Voor de rest waren de straten uitgestorven. Er waren wel lichten, dus de bewoners zaten vast allemaal voor de buis of computer naar het vuurwerk te kijken. In de nieuwjaarsweek waaiden de kerstbomen als tumbleweeds door de lege straten.
Mijn moeder maakt zich daar zorgen over. Zij kan zich gewoon niet voorstellen dat wij niet zielig in ons eentje zitten, maar een hele virtuele wereld om ons heen hebben. Niet gehinderd door wat voor grenzen dan ook.
Doordat je nu alles online kunt doen, is de fysieke wereld op z’n retour. Maar is dat erg?