Ik zal het dan maar eerlijk bekennen. Ik ben helemaal geen gamer.
Niet dat iemand er ooit naar gevraagd heeft. Maar je zou het wel verwachten van iemand die kinderen en jongeren leert hoe ze games kunnen maken.
Ok, ik ben in mijn studietijd licht verslaafd geweest aan Pacman. En wat meer recent heb ik ook best fanatiek en vrij lang Draw Something gespeeld.
Maar verder is de gamewereld niet echt de mijne.
Hoe dan ook, en of je het nu leuk vindt of niet: gamen hoort bij de leefomgeving van veel kinderen en jongeren.
Als ouder zul je daar toch iets mee moeten. Maar ook als leerkracht vind ik.
Betekenisvol leren
Want als je betekenisvol leren belangrijk vindt, dan werk je met opdrachten die aansluiten bij de belevingswereld en de ontwikkeling van de leerlingen. Herkenbare situaties zorgen ervoor dat hun interesse wordt gewekt, waardoor ze makkelijker leren en het ook langer beklijft. En games zijn voor hen herkenbare situaties.
Ook als je een aanhanger bent van constructivistisch leren is het laten maken van games een leuke manier om dat in de praktijk te brengen. Als leerkracht stimuleer je en coach je ze en geef je structuur, maar laat je de leerlingen ook zelf en met elkaar ontdekken. Je zet de kinderen aan tot denkactiviteit omdat ze hun nieuwe kennis (games maken) kunnen verbinden aan wat ze al weten (games spelen). Zo is leren niet informatie ontvangen, maar van informatie zelf kennis maken. (Zie ook: Wijleren.nl)
Digivaardigheden
Verder biedt het zelf maken van games volop mogelijkheden om de digivaardigheden en de creativiteit van de leerlingen te vergroten. Belangrijke 21st century skills.
Daarbij kun je als leerkracht differentiëren: kinderen die het sneller oppikken geef je uitgebreidere opdrachten dan degenen die er meer moeite mee hebben. Zo werk je aan talentontwikkeling op ieder z’n niveau.
Lees meer:
Jeugdpeil gamen (2011)
Jongeren en gamen (2014)