Alles op het web is nep

Iedereen met een computer en internet kan wereldwijd publiceren. Iets wat voorheen vooral was weggelegd voor de media.

Bij de eindeloze stroom aan berichten, filmpjes en foto’s zitten er nu vele tussen waar geen (eind)redactie, uitgever of journalist aan te pas komt. Er is dus geen poortwachter meer tussen zender en ontvanger. (Hoewel dat ook niet altijd alles zegt.)

Het wemelt op het web dan ook van de nepprofielen en nepberichten (hoaxen), zoals:

  • De Willem- Alexander tweets. Welke zijn waar? (Antwoord: geen een!)
  • Justin Bieber wordt geregeld doodverklaard of tot gay uitgeroepen. Ook hebben goedgelovige Beliebers onlangs hun hoofd kaal geschoren uit solidariteit omdat Justin zogenaamd kanker zou hebben.
  • En wie dacht ook dat deze foto van de storm Sandy echt was?

Nu we allemaal zelf content makers zijn geworden en veelvuldig filmpjes op YouTube posten, berichten retweeten, ‘nieuws’foto’s doorsturen, linkjes ‘liken’, hoe kunnen we dan nog weten wat waar is en wat niet?

Daarvoor moeten kinderen (en volwassenen!) journalistieke vaardigheden aanleren zodat ze dat zelf kunnen onderscheiden.

Enkele tips:

  • Is de informatie ook terug te vinden in andere bronnen? Kopieer een belangrijke zin en plak ‘m in Google om te kijken of de tekst ook ergens anders is gebruikt. Je kunt ook het plaatje googlen (klik op het cameraatje bij google afbeeldingen).
  • Indien te achterhalen: wie is de oorspronkelijke content maker of website? Bekijk de ‘About’ of de bio. Wat zegt dit over de kwaliteit van de informatie?
  • Is de informatie logisch, lijkt het aannemelijk?
  • Bevat de site fouten: spelfouten, taalfouten, links die niet werken?
  • Google de bron van het bericht: wordt er door betrouwbare organisaties naar verwezen?
  • Kun je contact opnemen met de verantwoordelijke van de site? Check het e-mailadres: klopt het wel?
  • Kijk niet alleen hoe vaak iets op internet staat maar ook wie dit meldt.

Meer weten? Neem contact op!

3 thoughts on “Alles op het web is nep

Comments are closed.